maandag 15 december 2008

Best wel genieten eigenlijk



De taalprof vergist zich ook wel eens. Vanavond viel zijn oog op een column van Rascha Peper in de NRC, getiteld Niet te genieten. De columniste, zo heette het in het intro, zou allergisch zijn voor het woord genieten. O jee, dacht de taalprof, weer een klassieke taalergernis. Dat wordt weer van dik hout zaagt men planken.


En dan stond er ook nog ergens het woord voorzetsel aan het eind. Dan moet je als columniste wel over een doldrieste roekeloosheid beschikken, als je ook nog met grammaticale termen gaat gooien. Die worden normaal gesproken alleen ingezet om de lezers weg te jagen.


Maar wat blijkt? Het valt allemaal reuze mee.

Mevrouw Peper ergert zich aan sommige gebruikswijzen van het woord genieten, en daar valt natuurlijk al helemaal niets op aan te merken, maar zij blijkt ook heel goed in staat om die ergernis vanuit de grammatica te verklaren. Op Wikipedia lees ik dat zij Nederlandse taal- en letterkunde heeft gestudeerd, maar dat is natuurlijk nog geen garantie voor enige affiniteit met de grammatica. Maar zoals gezegd, het zit ook wel eens mee.


Valt er nog iets inhoudelijks te zeggen naast al deze opgeluchtheid? Jazeker, want de kwestie zelf is ook wel interessant.


Rascha Peper ergert zich aan, ik zal het maar even omschrijven als het "commerciƫle genieten:" mediterraan genieten, zomers genieten, het absolute genieten. Vervolgens merkt zij op dat zij natuurlijk niet tegen genieten op zichzelf is, en zij probeert haar ergernis te koppelen aan de grammaticale omgeving waarin het woord voorkomt. Ik citeer dat stukje even, want zo'n columniste kan het altijd mooi verwoorden:
"In de lift van dat theaterhotel stond ik te bedenken dat het woord misschien altijd door 'van' gevolgd moet worden. Genieten zonder van wordt ongenietbaar en krijgt de holle onnozelheid van de covers van mode- en lifestylebladen."
Dat is een interessante observatie: genieten zonder voorzetselvoorwerp is van een andere orde dan met. Of liever: met voorzetselvoorwerp is er niets mis met genieten, maar zonder wordt het uitkijken.


Toch bevredigt deze analyse niet helemaal, en de auteur vindt dat zelf ook. Dan merkt ze op:
"Nee, het zit hem ook in de voorgenomen bezigheid van het 'gaan genieten'. Genieten overkomt je en kan eigenlijk geen doel op zichzelf zijn, laat staan iets waarop je recht zou hebben, zoals tijdschriften, reisbureaus en 'wellnesscentra' suggereren."
Dat lijkt me de spijker op zijn kop. Genieten is een "ervaringswerkwoord," waarvan het onderwerp geen handelende persoon maar een ondervindende persoon is. Het overkomt je, je constateert het achteraf, en je kunt het niet actief doen.


Een gebiedende wijs van dit soort werkwoorden is nooit een aansporing om iets te doen, maar om ervoor te zorgen dat je iets (niet) overkomt: Geniet nou eens een keer, Vergeet dat niet, Amuseer je! Ook als je je voorneemt Ik ga eens lekker van die film genieten, dan neem je je voor om een situatie te bevorderen waarin je kunt constateren dat die film je aangenaam getroffen heeft.


Ik denk bij nader inzien dat dat wel of niet aanwezig zijn van het voorzetselvoorwerp weinig te maken heeft met die ergernis. Het gaat volgens mij alleen maar om het feit dat een ervaringswerkwoord in een "intentionele context" gebruikt wordt, in een context waarin gesuggereerd wordt dat je van tevoren de intentie kunt hebben om iets te ervaren.


Het eind van de column is ook heel aardig, daar merkt de auteur op dat zij zich niet ergert aan twee vrolijke jonge moeders die in het vooruitzicht van een pan zuurkool met worst en flink veel knapperige spekjes uitroepen: Wauw, man, dat wordt genieten geblazen!  Dat is volgens mij niet alleen acceptabel vanwege die lekkere spekjes, maar ook omdat hier van een intentioneel genieten helemaal geen sprake is. Hier stellen de vrouwen zich de situatie na afloop van, of tijdens de maaltijd voor, waar zij constateren dat ze zojuist genoten hebben. En daar is niets mis mee.


O ja: ik heb ook de hebbelijkheid dat ik af en toe de etymologie van zo'n woord opzoek. Genieten gaat terug op nut (jezelf iets tot nut maken), en nut is oorspronkelijk een woord voor "vee." In combinatie met die reisbureaus en wellnesscentra vind ik dat op de een of andere manier erg grappig.

3 opmerkingen:

  1. Fijn, zo'n positieve column op dinsdagochtend.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. @taalprof: Toen ik je stukje las, viel mij 'Genieten gaat terug op nut' op. Is hier iets bijzonders mee, waar komt 'iets gaat terug op' vandaan?
    groeten, djeemz

    BeantwoordenVerwijderen
  3. @james: Dat 'gaat terug op' lees je veel bij etymologen. Ik realiseer me nu pas dat het jargon is.
    Het is in ieder geval wat losser dan 'is afgeleid van,' want dat suggereert te zeer een direct verband. Als je zegt dat een woord 'teruggaat op' een ander woord, dan veronderstel je verschillende stappen die je niet nader wilt -of kunt!- specificeren.

    BeantwoordenVerwijderen